-
1 ophouden
♦voorbeelden:maar daar houdt de overeenkomst op • but here the similarity endsde straat hield daar op • the street ended there(plotseling) doen ophouden • break offdan houdt alles op • then there's nothing more to be said/there's no point in going onsteeds even ophouden • keep stoppingniet halverwege ophouden • go the whole hogplotseling ophouden • break offwaar ben je opgehouden? • where did you leave off?ze hield maar niet op met huilen • she (just) went on and on cryingophouden met gokken/roken • give up/stop gambling/smokinghet is opgehouden met regenen • the rain has stoppedeven ophouden met werken/praten • pause (in one's work/speech)ophouden te bestaan • cease to existzonder ophouden • without stopping, continuouslyhij heeft tien uur zonder ophouden gewerkt • he worked ten hours at a stretchniet van ophouden weten • not know when to stophou op! • stop it!, cut it out!laten we erover ophouden • let's leave it at thatals hij eenmaal begint weet hij niet van ophouden • once he gets going there's no stopping himII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [omhooghouden] hold up3 [openhouden] hold open4 [tegenhouden] hold (up)6 [op het hoofd houden] keep on♦voorbeelden:de schijn ophouden • keep up appearances3 hou die zak eens op • hold that bag open, will you?5 iemand niet langer ophouden • not take up any more of someone's time, not keep someone any longerdoor mist/noodweer opgehouden • fogbound, stormboundhet schip werd opgehouden • the ship was detainedhet verkeer ophouden • hold up/delay trafficdat houdt de zaak alleen maar op • that just slows things downik houd je toch niet op, hè? • I'm not keeping you, am I?ik werd opgehouden • I was delayed/held upIII 〈wederkerend werkwoord; zich ophouden〉♦voorbeelden:zich verdacht ophouden • loiter with intentzich ophouden bij het huis • hang around the housezich in verdachte kringen ophouden • move in dubious circleszich niet met politiek ophouden • not be concerned with politicszich altijd ophouden met • go about with, hang around with -
2 een plas ophouden
een plas ophoudenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een plas ophouden
-
3 hoofd
1 [lichaamsdeel] head3 [persoon] head6 [(van personen) leider, meerdere] head ⇒ chief, leader, 〈 school〉 principal (teacher), 〈 school〉 headmaster 〈 mannelijk〉, headmistress 〈 vrouwelijk〉♦voorbeelden:een hoofd groter/kleiner zijn (dan) • be a head taller/shorter (than)met een kaal/rood hoofd • bald-headed/red-faced〈 figuurlijk〉 iets het hoofd bieden • stand/face up to something 〈 moeilijkheden〉; meet, defy 〈 concurrentie, aanvallen〉het hoofd buigen • 〈 figuurlijk〉 bow one's head, give in/submit (to)het hoofd in de nek gooien • 〈 letterlijk〉 fling/throw/toss back one's head; 〈 figuurlijk〉 bristle/bridle up〈 figuurlijk〉 het hoofd laten hangen • hang one's head, be downcasthet hoofd schudden bij/over • shake one's head at/overwat hangt ons nu weer boven het hoofd? • 〈 figuurlijk〉 what's hanging over our heads now?, what's in store for us now?〈 figuurlijk〉 hij groeit mij boven het hoofd • he's leaving me behind/standingheb je geen ogen in je hoofd! • can't you look where you're going?licht/zwaar in het hoofd zijn • be light-headed, have a heavy head〈 figuurlijk〉 met zijn hoofd in de wolken lopen • have one's head in the clouds; 〈 gelukkig zijn〉 walk on airiemand een verwijt naar het hoofd slingeren • hurl a reproach at someone('s head)het succes is hem naar het hoofd gestegen • success has gone to his head〈 figuurlijk〉 hij kreeg van alles naar zijn hoofd • 〈 figuurlijk〉 he had all kinds of abuse thrown at himeen beloning op iemands hoofd zetten • put a price on someone's headmen kon er wel over de hoofden lopen • it was choc-a-bloc with peopleiemand voor het hoofd stoten • offend someoneeen hoofd hebben als een boei • have a face as red as a beetroot2 uit het blote hoofd spreken • speak ad lib/off the cuff〈 figuurlijk〉 het hoofd verliezen/niet verliezen • lose/keep one's headhij heeft veel aan zijn hoofd • he has a lot of things on his mindje bent niet goed bij je hoofd! • you're out of your (tiny) minddat is mij door het hoofd gegaan/geschoten • it slipped my mindzich iets in het hoofd zetten • get something in(to) one's headhoe haalt hij het in zijn hoofd? • where does he get such an idea?zij kreeg het in haar hoofd om • she took it into her head tozoiets komt niet in mijn hoofd op • it would never enter my head/mind to do such a thingfeiten in zijn hoofd stampen • cramde drank stijgt hem naar het hoofd • the drink is going to his headiets uit het hoofd kennen • learn something by heart/roteik zal die gekheid wel uit mijn hoofd laten • I know better than to do something crazy like thatiemand iets uit zijn hoofd praten • talk someone out of somethingdat zou ik maar uit mijn hoofd zetten • I'd forget it if I were youuit het hoofd spelen/zingen • play/sing from memoryhet hoofd koel houden • keep one's head, stay level-headedper hoofd • per head/capitaper hoofd van de bevolking • per head of (the) population〈 spreekwoord〉 zoveel hoofden, zoveel zinnen • so many men, so many opinions〈 figuurlijk〉 hij stelde zich aan het hoofd van de beweging • he assumed the leadership of the movementaan het hoofd staan van • be at the head of; 〈 leger〉 be in command of; 〈 bedrijf, departement〉 be in charge of7 hoofdbureau • head/main officehoofdingang • main entranceuit hoofde van zijn functie van/als • in his capacity as -
4 hoop
I 〈 de (mannelijk)〉2 [(met betrekking tot zaken) grote hoeveelheid] great/good deal ⇒ lot3 [geordende stapel] pile♦voorbeelden:1 een hoop stenen/zand • a heap/pile of stones/sandop een hoop(je) vegen • sweep (together) into a heap/pileop een hoop leggen • pile/stack upje kunt niet alles/iedereen op één hoop gooien • 〈 figuurlijk〉 you can't lump everything/everyone together2 een hoop/hopen brieven • a pile/piles of letterseen hoop gelul • a load of bull(shit)een hoop leugens • a pack of lieser is van de week een hoop water gevallen • it has rained a lot this weekhet gaat hier niet van de grote hoop • money doesn't grow on trees, you know!ik heb nog een hoop te doen • I've still got a lot/lots/tons to dodat kost een hoop (geld) • that'll cost a packet¶ op een hoop staan • be crowded/huddled togetherte hoop lopen • gather/flock togetherII 〈de〉1 [verwachting] hope♦voorbeelden:goede hoop hebben • have high hopes, be hopefulnog/geen/goede hoop hebben (op iets) • still have hopes/have no hope/have every hope (of something)hij had een/de stille hoop dat … • he silently/secretly hoped that …valse hoop wekken • raise false hopeshoop geven • give/offer hopeweer hoop geven • restore one's hopeszolang er leven is, is er hoop • while there's life there's hopeal onze hoop is op u gevestigd • we place all our hope in youhoop koesteren • entertain/cherish a hopeweer/nieuwe hoop krijgen • regain hopede/alle hoop laten varen • abandon (all) hopede hoop opgeven/verliezen dat … • give up/lose hope that …hoop opvatten • take couragede hoop uitspreken, dat … • express the hope that …zijn hoop op iemand/iets vestigen • pin one's hopes on/place one's hope in someone/somethingin de hoop dat … • in the hope/in hopes that …in de hoop dat ik u spoedig weerzie • in the hope of seeing/hoping to see you soonop hoop van zegen • in (good) hope, … and hope/hoping for the bestniet veel hoop hebben op een geslaagde afloop • have little hope/not be very hopeful of successweinig hoop op verandering geven • bring little promise/hold out little hope of changetussen hoop en vrees leven • be poised between hope and fearer is geen hoop meer • there is no longer any hope, it's hopelessgeen/weinig/alle hoop geven dat • hold out no/little/every hope thatde hoop de bodem inslaan/in rook doen vervliegen • dash/shatter one's hopes -
5 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily -
6 opnemen
2 [op zich nemen] take on3 [weer opvatten] resume4 [laten afschrijven] withdraw5 [beoordelen] take6 [opvatten] take8 [nauwkeurig opmeten] measure (up)10 [weghalen] take/pull/tear up17 [opvegen] mop/wipe up♦voorbeelden:het vloerkleed opnemen • take up the carpet4 ƒ200,- opnemen • withdraw Dfl200,-een lening opnemen • take out a loaneen snipperdag opnemen • take the/a day offiets goed opnemen • take something wellhoe zou hij het opnemen? • how would he take it?iets hoog opnemen • not take kindly to somethingiets verkeerd opnemen • take something the wrong way7 iets goed opnemen • take a good look at/stock of somethingiemand nauwkeurig opnemen • observe/look at someone closelyiemand onderzoekend opnemen • scrutinize someonescherp/wantrouwend opnemen • eye sharply/keenly/suspiciouslyzij nam hem op van top tot teen • she looked him up and downop de band opnemen • tape, recordop de video opnemen • (video-)recordde tijd opnemen (van) • time a personin de stukken/notulen opnemen • enter in the documents/minutesnieuwe woorden opnemen in een woordenboek • enter new words in a dictionarylaten opnemen in een ziekenhuis • hospitalizeiets niet opnemen • leave out, omiteen clausule in een contract opnemen • insert a clause in a contractin het ziekenhuis opgenomen worden • be admitted to hospitalopnemen in een catalogus • put in a cataloguenamen in een lijst opnemen • include names on a list, list namesopnemen onder de rubriek …/in een rubriek • include under the heading …/in a columniemand als lid in een club opnemen • admit someone as a member of a club15 hij neemt alles heel snel/gemakkelijk op • he's very receptive/quick on the uptakeiets goed in zich opnemen • take something in18 deze spons neemt veel water op • this sponge takes up a lot of water/is very absorbenthet tegen iemand opnemen • take someone onhij kan het tegen iedereen opnemen • he can hold his own against anyonehet tegen anderen moeten opnemen • have to compete against othershet voor iemand/iets opnemen • make a stand for someone/something, speak/stick up for someone/something -
7 innemen
1 [met betrekking tot geneesmiddelen] take5 [binnenhalen] bring/take in6 [aan boord nemen] take on8 [verzamelen] collect♦voorbeelden:〈 ironisch〉 hij is goed van innemen • he's fond of his food/drink2 veel plaats innemen • take up/occupy a lot of roomzijn plaats innemen • take one's seateen belangrijke plaats innemen • hold/occupy an important position; feature (conspicuously)iemand voor zich innemen • win someone's sympathy6 het schip moet brandstof/water innemen • the ship has to take in fuel/water7 een jurk van voren/achteren innemen • take a dress in/up at the front/back -
8 sluiten
2 [opbergen, wegsluiten] lock up/away3 [buiten-/uitsluiten] lock out, close off4 [plaatsen zonder tussenruimte] close6 [beëindigen] close, conclude7 [verbieden] close8 [handel] [opmaken] close♦voorbeelden:het raam sluiten • shut/close the windowde winkel/zaak sluiten • 〈 in het bijzonder voorgoed〉 close (the shop) down; 〈 ook 's avonds〉 shut up shopvriendschap sluiten (met) • make friends (with)de rij sluiten • bring up the rear3 [goed geheel vormen] fit4 [afsluiten] lock up5 [ten einde lopen] close6 [als einduitkomst hebben] balance7 [gelijke eindcijfers aan debet- en creditzijde vertonen] balance♦voorbeelden:dinsdagmiddag zijn alle winkels gesloten • it's early closing day on Tuesdaydie redenering sluit niet • that argument doesn't hold (water)de begroting sluitend maken • balance the budgetIII 〈wederkerend werkwoord; zich sluiten〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
hold one's water — verb a) To hold ones urine. b) To be patient; to control ones impulses … Wiktionary
hold one's breath — {v. phr.} 1. To stop breathing for a moment when you are excited or nervous. * /The race was so close that everyone was holding his breath at the finish./ 2. To endure great nervousness, anxiety, or excitement. * /John held his breath for days… … Dictionary of American idioms
hold one's breath — {v. phr.} 1. To stop breathing for a moment when you are excited or nervous. * /The race was so close that everyone was holding his breath at the finish./ 2. To endure great nervousness, anxiety, or excitement. * /John held his breath for days… … Dictionary of American idioms
hold one's own — verb 1. be sufficiently competent in a certain situation He can hold his own in graduate school • Verb Frames: Somebody s 2. maintain one s position and be in control of a situation • Hypernyms: ↑control, ↑command … Useful english dictionary
To hold one's day — Hold Hold, v. t. [imp. & p. p. {Held}; p. pr. & vb. n. {Holding}. {Holden}, p. p., is obs. in elegant writing, though still used in legal language.] [OE. haldan, D. houden, OHG. hoten, Icel. halda, Dan. holde, Sw. h[*a]lla, Goth. haldan to feed,… … The Collaborative International Dictionary of English
To hold one's own — Hold Hold, v. t. [imp. & p. p. {Held}; p. pr. & vb. n. {Holding}. {Holden}, p. p., is obs. in elegant writing, though still used in legal language.] [OE. haldan, D. houden, OHG. hoten, Icel. halda, Dan. holde, Sw. h[*a]lla, Goth. haldan to feed,… … The Collaborative International Dictionary of English
To hold one's peace — Hold Hold, v. t. [imp. & p. p. {Held}; p. pr. & vb. n. {Holding}. {Holden}, p. p., is obs. in elegant writing, though still used in legal language.] [OE. haldan, D. houden, OHG. hoten, Icel. halda, Dan. holde, Sw. h[*a]lla, Goth. haldan to feed,… … The Collaborative International Dictionary of English
hold one's own — See own Britain has begun to hold its own in world markets Syn: stand firm, stand one s ground, keep one s end up, keep one s head above water, compete, survive, cope, get on/along … Thesaurus of popular words
hold one's horses — verb To be patient; to wait. Im going to tell you, aint I? he said, gruffly. Just hold your horses a minute, please. Syn: hold ones water … Wiktionary
Hold — Hold, v. t. [imp. & p. p. {Held}; p. pr. & vb. n. {Holding}. {Holden}, p. p., is obs. in elegant writing, though still used in legal language.] [OE. haldan, D. houden, OHG. hoten, Icel. halda, Dan. holde, Sw. h[*a]lla, Goth. haldan to feed, tend… … The Collaborative International Dictionary of English
hold — I. /hoʊld / (say hohld) verb (held, held or, Archaic, holden, holding) –verb (t) 1. to have or keep in the hand; keep fast; grasp. 2. to reserve; retain; set aside. 3. to bear, sustai …